Shared decision making of gezamenlijke besluitvorming is het gezamenlijk komen tot een beslissing door een hulpverlener (of andere professional) en een patiënt. Een bekende auteur en expert op het gebied van Shared decision making is Glyn Elwyn, hij definieert het als het proces waarin de zorgverlener en de patiënt samen beslissingen nemen over diagnostiek, behandelingen of begeleiding, op grond van (wetenschappelijke) kennis, klinische ervaring en de voorkeuren en waarden van de patiënt (Elwyn 2012).
Wat zijn de belangrijkste kenmerken van Shared decision making of gezamenlijke besluitvorming?
De belangrijkste kenmerken van Shared decision making, vaak afgekort met SDM, zijn (Charles C, 1999):
- de uitwisseling van informatie tussen de hulpverlener en de patiënt is wederkerig (dus tweerichtingsverkeer)
- de uitwisseling tussen hulpverlener en patiënt betreft zowel medische (of andere professionele informatie) als persoonlijke informatie
- de hulpverlener en patiënt overleggen samen over alle (medische, professionele en persoonlijke) aspecten die relevant zijn voor de besluitvorming
- de hulpverlener en de patiënt nemen uiteindelijk gezamenlijk het besluit over het te volgen (diagnostische / therapeutische / preventieve) beleid.
Inzichtelijk is ook het schema van Charles (1999), dat hiernaast is afgebeeld. Het zet drie benaderingen naast elkaar. Klik op de afbeelding om een grotere versie ervan te zien. De meest linkse kolom bevat de kenmerken van de ‘ouderwetse’ dokters benadering: ‘paternalisme’. De meest rechter kolom beschrijft de kenmerken van de moderne benadering, ‘informed’ genoemd. Eigenlijk lijkt dit het meeste op ‘consumentisme’, ofwel ‘de klant is koning’. De ‘shared’ benadering staat daar tussenin, de middelste kolom.
Hoe is Shared decision making ontstaan ?
SDM is ontstaan in een tijd waarin artsen zochten naar het beste diagnostische instrument of de beste (meest effectieve) behandeling. Wetenschappelijk onderzoek toonde steeds vaker aan dat er meerdere ‘beste’ of ‘meest effectieve’ behandelingen bestonden. Kortom het vertalen van wetenschappelijke resultaten naar de spreekkamer vergde vertaling naar de specifieke context van de patiënt. Ook gaven patiënten steeds vaker een eigen voorkeur aan die niet strookte met de voorkeur van de arts. Bijvoorbeeld omdat de patiënt de bijwerkingen vervelend vond en deze wilde vermijden ten koste van een langzamer herstel. SDM ontstond in feite daar waar de arts het beschikbare bewijs naar de individuele patiënt moest vertalen en waarin hij de voorkeuren, wensen en verwachtingen van de patiënt meer en meer van belang achtte en tevens zijn eigen expertise wilde inbrengen. Kortom SDM vormde een methode voor toepassing van evidence based practice (EBP) in de spreekkamer.
Hoe ziet de praktijk van Shared decision making eruit?
In de loop der jaren is er veel gediscussieerd over wat nu de juiste en adequate stappen zijn om tot gedeelde besluitvorming te komen. Het optimale proces van samen beslissen bestaat uit de volgende stappen (naar Stiggelbout 2015; Epstein, 2004):
- Begrijp de verwachtingen, ervaringen van de patiënt
- Ontwikkel partnerschap met de patiënt
- Definieer het probleem en leg het uit
- Vertel de patiënt expliciet dat hij of zij een keuze voor een behandeling heeft
- Zorgverlener en patiënt delen informatie over de verschillende opties voor behandelvormen, inclusief de voor- en nadelen van de opties voor de patiënt
- Help de patiënt inzicht te krijgen in wat voor hem belangrijke waarden of motieven zijn, relevant voor het maken van een goede keuze. Dit wordt ‘gewogen’ tegenover de voor- en nadelen van alle besproken opties. (vragen stellen aan patient, vragen stellen aan zorgverlener, patient wikt en weegt diverse opties)
- Gezamenlijk een beslissing nemen of de besluitvorming uitstellen
Bij stap 3, 5 en 6 kan de hulpverlener gebruik maken van zogenaamde ‘beslishulpen’ (decision aids) zoals schriftelijk of digitaal voorlichtingsmateriaal (voorlichtingsfolders over de aandoening en de behandelmogelijkheden), internet applicaties waarin uitleg wordt gegeven over de aandoening en de patiënt wordt ondersteund bij het wegen van de verschillende behandelopties en beslis-schema’s (decision grids) die bestaan uit een overzichtelijke tabel met daarin uitleg over de aandoening en de behandelmogelijkheden. De meeste beslishulpen die zijn ontwikkeld zijn geschikt voor de medische praktijk (Stacey, 2017). Inmiddels ontstaan er langzamerhand ook beslishulpen voor bijvoorbeeld de paramedische discipline’s.
De rollen van de hulpverlener tijdens Shared decision making
De hulpverlener heeft in SDM een expert rol als diagnosticus/behandelaar en een coach rol in het beslissingsproces. De expert rol bestaat (Legare F, 2009) uit het diagnosticeren van het gezondheidsprobleem, het aangeven en bediscussiëren van (behandel)opties, het onderzoeken van de mate waarin de patiënt moeite heeft te besluiten en verwijzen naar beslisondersteuning (beslishulpen bijvoorbeeld). In de coach rol ondersteunt de hulpverlener de patiënt in het besluitvormingsproces. Coachen wil hier zeggen dat de hulpverlener de behoefte aan ondersteuning bij de patiënt onderzoekt, helpt bij het waarderen van voor- en nadelen in de persoonlijke context, gesprekspartner is bij het wikken en wegen en eventueel meningen van anderen hierin betrekt.
Referenties