In Engelstalige literatuur, maar ook wel in nederlandstalige publicaties kom je ook regelmatig begrippen tegen als ‘informed consent’ en ‘informed decision making’. Wat houden deze begrippen in en wat hebben zij te maken met ‘shared decision making’ of samen beslissen?
Verschillen in participatie: van informed consent tot shared decision making
De mate waarin mensen willen meebeslissen verschilt natuurlijk enorm. Veel onderzoek geeft aan dat ruim 3/4 van de bevolking in een westers land actief wil participeren in een beslissing aangaande zijn eigen gezondheid. Dan blijft nog altijd 1/4 over die deze behoefte niet heeft of slechts in mindere mate.
Ook bestaat er een groep mensen die mogelijk wel mee wil beslissen maar hiervoor onvoldoende vermogens heeft. Bijvoorbeeld omdat er cognitieve stoornissen spelen, of waar taalbarriere’s dit compliceren of onmogelijk maken. Een ander voorbeeld is de situatie waarbij, zoals bij kinderen, de cognitieve ontwikkeling maakt dat ver in de tijd vooruit kijken minder goed mogelijk is.
Participatie in het proces van samen beslissen is dus niet vanzelfsprekend. En ook de mate van participatie is dat niet.
Simple consent
Van een simple consent is sprake als de hulpverlener beslist wat goed is voor de patiënt, op basis daarvan een besluit neemt en daar vervolgens toestemming voor vraagt aan de patiënt.
Informed consent
Het begrip informed consent wordt gebruikt voor de situatie waarbij de hulpverlener de patient goed informeerd over het besluit en de overwegingen die daarbij een rol hebben gespeeld. In deze situatie neemt de hulpverlener dus ook het besluit maar legt dit besluit wel goed vantevoren uit, dit in tegenstelling tot het simple consent waarbij de hulpverlener het besluit meedeelt en alleen toestemming vraagt.
Informed decision making
Er is sprake van informed decision making op het moment dat de hulpverlener het besluit geheel overlaat aan de patient. Dus hij verstrekt informatie en geeft opties. Anders dan bij shared decision making staat de patient er daarna ‘alleen voor’. Hij mag het alleen bepalen. Bij shared decision making proberen de hulpverlener en de patient er juist samen, ‘overleggend en onderhandelend’, uit te komen.