‘Hij is gewoon niet voldoende gemotiveerd’ of ‘hij heeft gewoon geen intrinsieke motivatie’. Herken je deze uitspraken? Bijvoorbeeld als iemand herhaaldelijke pogingen doet om, laten we zeggen, een cursus of studie af te maken. De persoon in kwestie heeft inmiddels drie pogingen gedaan, maar telkens haalt hij de eindstreep niet. Onvoldoende intrinsieke motivatie, misschien?
Over motivatie gesproken: het getuigt best van doorzettingsvermogen als iemand tot drie keer toe een poging waagt terwijl de voorgaande keren telkens op een teleurstelling uitliepen.
In dit artikel wordt ingegaan op het begrip motivatie. Er worden verschillende vormen van motivatie onderscheiden: intrinsieke motivatie, extrinsieke motivatie, autonome motivatie.
Het getuigt best van doorzettingsvermogen als iemand tot drie keer toe een poging waagt.
Gecontroleerde vs. autonome motivatie
Er wordt in boeken over motivatie onderscheid gemaakt in een aantal verschillende vormen van motivatie. Op het eerste gezicht lijkt het ingewikkeld, maar het valt reuze mee. De inzichten zijn gebaseerd op het werk van een aantal wetenschappers (Deci, Ryan en Vansteenkiste) over de zogenaamde ‘zelfdeterminatie theorie’. In deze theorie wordt onderscheid gemaakt tussen autonome (of vrijwillige) motivatie enerzijds en gecontroleerde (of verplichtende) motivatie anderzijds.
Om bij de laatste te beginnen: gecontroleerde (verplichtende) motivatie.
Deze kan ontstaan door:
- externe regulatie of beïnvloeding en
- geïntrojecteerde regulatie
Van externe regulatie is sprake als er een beloning wordt gegeven of er straf dreigt. Er is dus een zekere druk van buitenaf om iets te doen. En er is geen persoonlijke drijfveer in het spel.
Bij de geïntrojecteerde regulatie is deze er wel. De persoonlijke drijfveer is hier het vermijden van negatieve gevoelens (schaamte, falen, schuld) of het streven naar positieve gevoelens (zoals trots, veel volgers op youtube, etc).
Naast de gecontroleerde motivatie wordt dus de zogenaamde autonome motivatie onderscheiden: eigen keuze dus, motivatie van binnenuit.
Hiervan bestaan drie vormen, namelijk:
- geïdentificeerde regulatie,
- geïntegreerde regulatie en
- echte intrinsieke motivatie
Bij geïdentificeerde regulatie komt de motivatie voort uit persoonlijke relevantie of waarde. Dus de reden waarom iemand iets doet, is omdat hij zich ermee identificeert. Hij vindt zelf bepaalde doelen belangrijk (vanuit vrije en autonome keuze!). Hij wil graag iets bereiken en identificeert zich met het belang van dat doel. Dat kan zijn werk zijn, of zijn hobby (‘ik ben een fietser’).
In het geval van geïntegreerde regulatie is de reden dat iemand iets doet gebaseerd op een streven naar harmonie en coherentie. Hij streeft specifieke eigen waarden of overtuigingen na, past dat wat hij doet flexibel en naadloos in zijn leven in. Gevolg is dat de persoon er energie van krijgt en de verandering duurzaam is. Een mooi voorbeeld hiervan zijn aspecten van iemands leefstijl, zoals vegetariër zijn.
Bij de laatste, de echte intrinsieke motivatie, doet iemand iets omdat hij het leuk vindt, hij prettig vindt om te doen en voor hem stimulerend is in zichzelf.
Een ingewikkeld verhaal…..maar in de praktijk vereenvoudigen we het vaak!
We spreken dan alleen van intrinsieke motivatie en extrinsieke motivatie. Dan wordt echter wel afgeweken van hetgeen hierboven staat en van wat vaak in allerlei wetenschappelijke literatuur wordt geschreven, en dat kan verwarrend zijn. Maar meestal zal de vereenvoudiging je helpen het beter te onthouden en begrijpen.
Intrinsieke motivatie
Intrinsieke motivatie komt van binnen uit. Het is datgene wat iemand drijft vanuit zichzelf, zijn eigenheid en de dingen die hij zelf belangrijk vindt. Het zijn de argumenten die iemand zichzelf geeft om voor te veranderen.
Van binnen uit wil ook zeggen dat deze motivatie veelal verbinding heeft met de overtuigingen die iemand heeft, zijn attitudes en/of zijn waarden.
Anders gezegd: met intrinsieke motivatie wordt eigenlijk de zogenaamde ‘autonome motivatie’ uit het bovenstaande bedoeld. Intrinsieke motivatie is dan dus motivatie uit eigen keuze, autonoom en gerelateerd aan waarden, overtuigingen, voorkeur en/of plezier.
Intrinsiek (soms autonoom) samengevat:
- identificatie met belang ervan
- basis (en binding met) eigen waarden, attitudes en overtuigingen
- het is (soms) leuk, prettig, stimulerend, uitdagend in zichzelf voor iemand = autonome motivatie
Extrinsieke motivatie
Als intrinsieke motivatie van binnenuit komt dan moet extrinsieke motivatie wel van buitenaf komen. Inderdaad.
Extrinsieke motivatie speelt als er druk is van buitenaf, door een potentiële beloning of straf. De gecontroleerde verplichtende motivatie dus. Als je min of meer onder druk wordt gezet om iets te doen. Bij extrinsieke motivatie ben je gemotiveerd omdat je wilt voldoen aan een externe verwachting. Van mensen om je heen of van de maatschappij.
Tenslotte heeft extrinsieke motivatie in principe geen binding met je eigen waarden, met de dingen die je zelf belangrijk vindt in je leven.
Extrinsiek samengevat:
- beloning en straf
- voldoen aan externe verwachting
- geen binding met eigen waarden = gecontroleerde motivatie
Het mooiste is als mensen intrinsiek gemotiveerd zijn om dingen te doen. Natuurlijk lukt dat niet altijd. Dan is extrinsieke motivatie een prima begin.
Om vervolgens, in de tussentijd, intrinsieke motivatie op te bouwen.
Hoe ontstaat intrinsieke motivatie? Het ABC
Twee wetenschappers, Ryan en Decci bekend geworden om hun ‘zelfdeterminatie theorie’, concludeerden naar aanleiding van onderzoek dat zij deden, dat een klimaat voor persoonlijke groei en voor het ontstaan van intrinsieke motivatie moet voldoen aan de volgende drie menselijke basisbehoeften:
- Autonomie: mensen raken gemotiveerd als ze zélf ergens toe besluiten, als ze invloed hebben.
- Verbondenheid: mensen willen een doel hebben dat verder reikt dan het eigen leven. Willen verbondenheid voelen met de wereld, de mensen om hen heen en met hun eigen waarden.
- Competentie: ieder mens wil zich competent voelen, ervaren dat hij ergens goed in is en wil het gevoel hebben dingen te beheersen.
Door iemand te ondersteunen en in de manier waarop je met iemand communiceert te voldoen aan deze drie basisbehoeften kan intrinsieke motivatie ontstaan.
Motiverende gespreksvoering en intrinsieke motivatie
Motiverende gespreksvoering geeft deze abstracte uitgangspunten een concrete uitwerking.
Centraal thema is dat ieder mens die iets wil veranderen hierin (vrijwel) altijd in enige mate ambivalent is.
Door met verschillende gespreksvaardigheden en vanuit een attitude die aan bovenstaande drie basisbehoefte voldoet deze ambivalentie te verkennen en te helpen verminderen, komt de intrinsieke motivatie bij de ander ‘naar boven’.
Hij wordt zichzelf bewust waarom hij dingen wel of niet wil en raakt in staat om een besluit te nemen en daar acties aan te verbinden.
Verandertaal, de persoonlijk verwoorde motivatie, speelt daarin een belangrijke rol.